Periode 1924-1944
Het beheer van de kapel was tot 1924 in handen van de pachter van de Leenhofhoeve. In 1924, bij de oprichting van het rectoraat Leenhof, kwam het beheer bij de paters montfortanen van het rectoraat - tussen 1969 en 2000 parochie - O.-L.-Vrouw van de Berg Karmel. Zij gingen onder leiding van rector Ed. Meussen de Mariadevotie sterk propageren en zorgden in de meimaand voor dagelijkse godsdienstige oefeningen. 'Daarom dan ook dat donderdag 1 mei 1924 een nieuwe stoot aan de oude godsvrucht werd gegeven. Behalve de gebruikelijke mis werd ook 's avonds 't rozenhoedje gebeden, liederen gezongen en gepreekt', aldus het memorieboek van het rectoraat.
Elke meimaand werd door de paters uitvoerig beschreven waarbij kwalificaties als 'menschenzee', 'zwart van de menschen', 'overgeweldig druk', 'triomf' voortdurend terugkeren. De rectoraatskerk werd veel te klein om alle Mariavereerders te kunnen herbergen. In 1934 werd besloten de kerk uit te breiden. In dat jaar werden 10.000 communies uitgereikt in de meimaand, die drie novenen kende. De eerste noveen was ter ere van O.-L.-Vrouw van de Berg Karmel en werd gegeven door karmelieten. Daarna volgden de Pinksternoveen en de noveen ter ere van O.-L.-Vrouw Middelares aller Genaden, die beide geleid werden door montfortanen.
Het district Mijnstreek van de Katholieke Jonge Vrouwen bezocht Leenhof dat jaar eveneens. 'Het was stichtend en roerend die lange rijen van meer dan duizend jonge meisjes met wapperende vaandels, biddend en zingend te zien optrekken naar den heuvel waar 't Mariakapelleke staat', zo vermeldt de kroniek. Het aantal pelgrims groeide, want in 1936 werden maar liefst 14.000 communies uitgereikt. Er kwamen bedevaartprocessies uit Schandelen, Heerlen, Nieuwenhagen, Nieuwenhagerheide en Schaesberg. Veel Mariavereerders kwamen ook in familieverband.
In 1937 werd door de Credo-Pugno-beweging van Schaesberg een zegening van werktuigen bij de kapel georganiseerd op het feest van St. Jozef, 19 maart. Daarnaast trokken regelmatig mijnwerkers met hun gezinnen in afdelingen naar de kapel.
De meimaand van 1938 was zeer bijzonder. Op 15 mei werden rond het kapelletje alle verenigingen van Leenhof, Schaesberg en Kakert aan Maria toegewijd. Gedurende acht dagen werd men hierop voorbereid. Circa 4000 mensen namen aan de plechtigheid deel. Op 22 mei 1938 wijdde bisschop Lemmens het dekenaat Heerlen bij de Leenderkapel aan Maria. Uit alle parochies van het dekenaat trokken onder leiding van deken Nicolaije processies naar de Leenderkapel.
Naar verluidt stroomden 30.000 à 35.000 mensen samen. De processies begonnen om 15.00 uur te trekken en het duurde circa drie uur voordat iedereen zijn plek op de Leenderberg had ingenomen. Volgens een journalist van het Limburgsch Dagblad was de helling zo vol met mensen dat 'twee duiven geen mogelijkheid hadden om een landingsplek te vinden'. Op de berg was rechts van de kapel een groot rustaltaar gebouwd, waarop het genadebeeld stond. Hoog boven de bomen prijkte een tweede Mariabeeld, dat tot ver in de omtrek zichtbaar was. Deken Nicolaije sprak de akte van toewijding uit. Daarna droeg mgr. Lemmens het lof op.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef de kapel veel bezocht. Na 10 mei 1940 liep het aantal pelgrims sterk terug, maar de montfortanen zetten de religieuze oefeningen voort. De behouden thuiskomst van 60 dienstplichtigen schreven zij toe aan Maria's protectie. Op 7 oktober 1940 werden zeven Schaesbergenaren als represaille door de Duitsers opgepakt en naar Buchenwald gebracht. Pastoor Gerards van Schaesberg organiseerde een grote processie naar de Leenderkapel om te bidden voor hun bevrijding. Het aantal deelnemers liep in de duizenden. In 1941 was het weer, zoals vanouds, druk. Op de zondagen waren er gemiddeld 7000 bezoekers. Uit Heerlen arriveerde dat jaar een processie met circa 3000 deelnemers.